Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Werken in de kunst

Lijstenmaker Ton van Vliet over haar ambacht

Door: Ruby de Vos, 24 september 2020

Het is misschien niet het eerste waar je naar kijkt als je een museum of galerie bezoekt: de lijst. Toch spelen lijsten een belangrijke rol in de ervaring van een kunstwerk. Wat komt er kijken bij het inlijsten van kunst? Kunstspot sprak met de Groningse lijstenmaker Ton van Vliet (1960) over het ambacht, de relatie tussen het kunstwerk en de lijst, en of punaises af en toe ook mogen.

Wanneer je de zaak van Beikes en Van Vliet in de Westerhavenstraat binnenstapt, zie je direct dat er hier gewerkt wordt. De winkel is een werkplaats: een enorm doek van bijna twee bij twee ligt klaar om ingelijst te worden en de muren hangen vol met voorbeelden van honderden verschillende lijsten. Maar hoe kom je bij dit bijzondere beroep uit? Van Vliet: “Rond mijn veertigste kwam ik op een punt dat ik de kans had om een carrièreswitch te maken, zoals dat zo mooi heet. Toen dacht ik: ik wil iets met mijn handen doen, niet alleen maar mijn hoofd gebruiken. Dat is de reden dat ik toen aan Cees Beikes, die dit bedrijf toen in zijn eentje had, heb gevraagd of ik bij hem in de leer mocht.” Lijstenmakerij is een ambacht en tot voor kort waren er geen officiële opleidingen voor. Van Vliet ging in de leer bij Beikes: hij droeg zijn kennis aan haar over. Toen hij met pensioen ging, nam ze zijn bedrijf over. Het ondernemerschap bevalt Van Vliet goed, maar, zegt ze: “Wat ik wilde, was de werkplaats. Dat vond ik het mooiste.”

Verschil in smaak

In de werkplaats moet de leerling-lijstenmaker verschillende aspecten van het ambacht leren beheersen, vertelt Van Vliet. Hoe hanteer je bijvoorbeeld een passe-partout-snijder? Hoe zet je de lijsten in elkaar? Maar de techniek strekt zich verder uit dan de lijsten zelf. “Je moet ook nadenken over de eigenschappen van het kunstwerk dat je inlijst. Zijn de materialen bestand tegen licht? Is het gemaakt op papier, is er olieverf gebruikt? Hoe lijst je een kunstwerk je het in zodat het over tien jaar weer uit de lijst gehaald kan worden zonder beschadigingen? Hoe blijven de kleuren goed? Dat is allemaal materiaalkennis.” Naast deze inhoudelijke kennis van het vak moet de lijstenmaker haar eigen blik leren te ontwikkelen. “Je moet een idee ontwikkelen van wat je mooi vindt en dat kan je alleen leren door het te doen. Naar mijn mening is het grootste verschil tussen lijstenmakers een verschil in smaak.”

"Voor elk werk zijn er slechts enkele lijsten geschikt."
Ton van Vliet

Passe-partouts en punaises

Dat betekent ook dat niet iedere lijstenmaker dezelfde opvatting heeft over de relatie tussen werk en lijst. Voor Van Vliet is een lijst uiteindelijk ‘dienend’: “Een goede lijst versterkt het kunstwerk en kadert het werk af, maar moet dat doen zonder dat alle aandacht naar de lijst gaat.” De specifieke vorm die dat krijgt hangt sterk af van het soort werk dat ingelijst moet worden. Een platte lijst kan de openheid binnen een abstract werk kan behouden, terwijl een schelp-lijst de aandacht juist naar binnen verlegt – heel geschikt voor een portret. Een te klein passe-partout kan een landschap op papier beknotten, in plaats van een ruimtelijk gevoel geven. En daarnaast is een lijst ook altijd bescherming: goed ingelijst is een werk beschermd tegen invloeden van buitenaf, van vliegenpoep tot luchtvochtigheid.

Ondanks dit alles is Van Vliet best ontvankelijk voor de recentere trend om werk on-ingelijst met magneten om te hangen. “Ik vind het een mooie, rauwe manier om werk te presenteren. En ik moet ook zeggen dat ik thuis erg veel heb hangen met spelden en punaises, zonder glas. Dat is niet per se goed voor het werk, maar soms moet je gewoon zeggen: alles heeft een tijd van leven.”

Eigen blik

De eigen blik die iedere lijstenmaker karakteriseert heeft Van Vliet ontwikkeld en dat zie je weer terug in de werkplaats: bij haar over het algemeen geen barokke, bombastische lijsten. “Ik vind dat wanneer het werk ingelijst aan de muur hangt je toch vooral direct het werk moet zien. Een overdadige lijst kan het kunstwerk wat wegdrukken.” Soms ziet ze meteen welke lijst goed past: “Voor elk werk zijn er meestal slechts enkele lijsten geschikt. Maar ook wanneer de eerste meteen goed is, kijk ik toch vaak nog naar een paar andere, om niet op de automatische piloot te werken.” Op andere momenten is het zoeken naar de juiste breedte, vorm en toon van de lijst – maar daarin schuilt de uitdaging.  

Bij een museumbezoek blijft die blik haar bij: “Het valt me heel erg op wanneer iets heel mooi of juist ook heel lelijk is ingelijst. Soms kunnen geldzaken een rol spelen, want een museum heeft niet per se altijd geld om alles even goed in te lijsten, maar af en toe vind ik iets wel heel zonde.” Na een kopje koffie loopt ze nog een rondje. “En dan goed naar de kunst kijken.”