Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview

Kijk binnen in het 'minimuseum' van 'flutfilosoof’ Ronald Hünneman

Door: Marike Masker, 3 november 2018

Ronald Hünneman (1961) is filosoof, graficus en theatermaker – in januari is zijn voorstelling ‘De Flutfilosoof’ te zien in het Grand Theatre in Groningen. Hij werkte jarenlang als docent bij de opleiding Arts, Culture and Media aan de RUG en geeft lezingen en cursussen in Groningen en ver daarbuiten. Een onverbeterlijke hedonist noemt hij zichzelf. En dan eentje met een kunstverslaving. Wij leerden hem kennen als iemand die de schoonheid van het leven serieus neemt en zichzelf een stuk minder. In zijn 'minimuseum' spraken we hem over de waarde van kunst, context en het belang van ironie. "Kunst hoeft niet per se mooi te zijn, het moet iets complex met me doen."

Overal waar je kijkt in het huis van Ronald Hünneman (56) en zijn vriendin Dorine van der Starre (35) is kunst. Zijn zoons (Matthijs, 28, tijdelijk weer inwonend en Isak, 24) hebben het huis 'het minimuseum' gedoopt. Alleen het plafond is nog leeg en dat blijft waarschijnlijk zo volgens Hünneman.
Korte broek, blote voeten, T-shirt. Hij ziet eruit alsof hij nog in Zuid- Spanje is, waar hij elke zomer een paar maanden verblijft. “Let niet op de troep,” zo begint hij zijn rondleiding. Een Warhol, het welbekende soep-blik, is de blikvanger in de keuken.  Af en toe worden daar nog nieuwe oplages van gedrukt en daar heeft hij eentje van gekocht.

Rechtsboven naast het aanrecht hangt een klein houten kastje met porseleinen kopjes en een schilderij van een boeket in een gouden lijst. Ze zijn van zijn moeder geweest. Zijn moeder was van de stillevens en zijn vader van de Drentse landschappen.

Naast de Warhol hangt een houten plaat met daarop een schildering van een open keukenkastje met kookgerei, borden en pannen, die zijn moeder heeft gemaakt. “Mijn moeder was geen hele goede kunstenares, maar ze kon erg mooi schilderen. Ze had commercieel inzicht, zo beschilderde ze bijvoorbeeld uitgeblazen eendeneieren in sierdoosjes en verkocht die voor veel geld. In dat soort dingen was ze steengoed.” Hij haalt zijn schouders op. “Vraag me niet waarom, maar in Duitsland is een markt voor beschilderde eieren.”

In de woonkamer, tussen plafond-hoge, vloer-lage ramen hangt een blauw-geel-groenig schilderij van een jonge vrouw. Hünneman staat even stil. “Dat is een Corneille die ik tijdens een uitje in Deventer met mijn goede vriendin Beppie in een galerie tegen het lijf liep. Ondanks dat het duur was vonden we beide direct dat ik het moest kopen.” De vrouw op het schilderij, zelfs de houding, lijkt op Beppie, zegt hij. “Die gelijkenis maakt het schilderij extra mooi voor mij. Als ik dood ga krijgt Beppie het, dat hebben we al afgesproken.”

De kunst van inlijsten en het einde van een kunstwerk

Bij Hünneman zijn de muren vol en de kunstwerken verschillend in stijl, maar toch  – of juist – vormen ze een geheel. Het is te zien dat hij aandacht besteedt aan de samenstelling van zijn 'expositie' en ook aan de lijsten waarin hij zijn pareltjes tentoonstelt. “Soms is de lijst duurder dan het kunstwerk zelf. De lijst is net zo belangrijk als het kunstwerk.” Richards 'Kunst in Lijsten', aan de Noorderhaven vindt hij geweldig. Hünneman komt er zo vaak dat hij ondertussen van alles over inlijsten heeft geleerd: een lijst moet altijd de lichtste tonen in een kunstwerk vangen, bijvoorbeeld.
Hij kijkt van een afstandje.
De dunne gouden lijn in de lichte lijst van de Corneille benadrukt inderdaad de gele tonen in het schilderij en tegelijk het weinige zonlicht dat aan weerszijden door de ramen sijpelt.
Een statig werk van Rob Scholte is zo ruim omlijst dat de gelaagde randen van het geschepte papier zichtbaar blijven. 

“Vaak krijgen schilderijen een lelijk passepartout om het werk netjes uit te kaderen. Zonde. Ik wil zien hoe de lijnen aflopen. Waar het kunstwerk stopt is voor mij ook onderdeel van het kunstwerk.”

Een verpeste Rembrandt-reproductie

Sommige kunst wordt beter als je het langer hebt, omdat je er op verschillende manieren naar hebt leren kijken, of omdat er verhalen bijkomen. Hünneman wijst naar een werk van Thomas Raat. Het bestaat uit een deel van een oud boekomslag met groene en blauwe vlakken achter glas, in een ongelakte houten lijst. “Raat is een graficus, net als ik. Dit werk trok me direct enorm.” Het werk heeft hij uiteindelijk, na veel mislukte onderhandelingen met de galerie waar het destijds hing, veel later van Raat zelf gekocht, bij hem thuis. “Dat was heel gaaf, we hebben een hele poos gepraat, hij vond het leuk dat ik zijn werk zo graag wilde hebben.”

De aftandse houten lijst hoort bij het kunstwerk zelf. Het is door Raat hergebruikt van één van de vele hotelkamer-hertjes-reproducties die vanaf de jaren 70 overal hingen. “Daarvan heb ik er voor de grap ook een gekocht op marktplaats, die hangt op de slaapkamer.”

Weinig mensen in Nederland kennen de Raat, maar toen Hünneman in New York werk van hem tegenkwam in het Contemporary Art Museum bleek dat daar anders. “Daar vinden ze hem een fantastic artist. Toen ik vertelde dat ik een werk van hem in huis heb zeiden ze 'ga toch weg man', ze geloofden er niks van.” Dat het werk nu blijkbaar meer waard is maakt hem niet zo veel uit. Het is de leuke herinnering die gevoelswaarde aan het kunstwerk toevoegt.

Hij loopt naar de kast om een boek met werk van Thomas Raat te laten zien, maar draait zich halverwege om. “Soms kan een werk ook slechter worden door een extra herinnering. Dat heb ik met die Rembrandt-reproductie daar boven de bank. Het is een prachtige ets, dat vind ik nog steeds, maar sinds ik de nog veel mooiere, originele ets van Rembrandt zelf heb gezien is deze reproductie toch een beetje verpest voor me.”

De invloed van een titel en de kleur van een bank

De zeefdruk Das Mädchen en der Töt van Paul de Wit toont een jonge vrouw die voorover gebogen zit. Op de achterkant van het werk is nog net te lezen dat de titel eerst La Dame Erotique was. “Grappig toch?”, vindt Hünneman. Das Madchen und der töt'  stuurt de kijker op een andere volgorde door de emotionele lagen in het beeld dan La Dame erotique: eerst de melancholische en dan pas de erotische. “Het beeld is hetzelfde, maar toch is de beleving ervan anders.”
Het verhaal van de aankoop is ook leuk. Hij heeft de zeefdruk voor 8 euro op de koningsmarkt gekocht. “Dat was een gelukje, want het ding is veel meer waard.” Grijnst hij.  
De man die de zeefdruk verkocht had een nieuw bankstel in een andere kleur aangeschaft waar dit kunstwerk niet bij paste. “Sommige mensen zien hun kunstwerk puur als versiering, een toevoeging aan hun interieur. Kunst is voor mij niet puur esthetisch, het hoeft zelfs niet per se mooi te zijn, het moet iets complex met me doen, het moet iets losmaken dat ik nog niet ken of begrijp of in woorden kan uitdrukken. Of het moet een gedachte oproepen die er nog nooit is geweest. Dat is lekker.”

Neem nou zijn witte, onopvallende driezitsbank. “Mijn bank is van mijn moeder geweest, daarom is die mij heel dierbaar, toch heb ik hem in een neutrale stof laten bekleden zodat hij bij al mijn kunst past.”
Hünneman heeft geen kunst boven de bank, maar een bank onder zijn kunst.

Een filosoof heeft niet altijd een mening en begrijpt ook (liever) niet alles

“Soms koop ik een werk op de gok. Dan weet ik nog niet echt wat ik ervan vind. Mensen denken vaak dat filosofen overal een mening over hebben, maar dat is niet zo.”

Over veel politieke kwesties zegt Hünneman geen duidelijke mening te hebben. Zijn pretentie is het in ieder geval niet om alle politieke vraagstukken te overzien, voor die taak stemt hij op mensen waarvan hij hoopt dat ze zich kundig verdiepen in die onderwerpen. “Niet iedereen kan overal verstand van hebben, al lijkt dat tegenwoordig wel het geval te zijn.”
“Ik denk liever na over filosofie en de kunsten, maar dan nog weet ik niet altijd wat ik ergens van vind. Dit grote symbolische werk van Rob Scholte hier boven de bank bijvoorbeeld, ik dacht ach, als ik hem voor 100 euro kan krijgen, dan koop ik hem, maar nu ik het langer heb vind ik het steeds minder boeiend om naar te kijken. Het spannende is er af.” Hij doet een stap naar achteren en kijkt nog even.

“Dat komt doordat het een heel cognitief werk is, met al die historische figuren en referenties. Laatst was er een vriend van ons op bezoek, een heel intellectuele man, hij vond het een geweldig werk, al die details en verbanden. En ja, er is inderdaad veel te zien en het is aardig uitgevoerd, maar het is een werk dat je kunt begrijpen. Op een gegeven moment begrijp je het en dan wordt het saai, het raakt sleets.”

“Soms als ik naar een echt goed kunstwerk kijk vallen andere ongrijpbare dingen uit mijn leven ineens op hun plaats.”
Echt goede kunst raakt niet sleets, daar kun je steeds op verschillende manieren naar kijken en door verrast worden, vindt Hünneman. Ter illustratie wijst hij naar een felroze- felblauw kunstwerk met allerlei figuren, kronkels en gezichten gedrukt op een katoenen keukenhanddoek in een witte lijst.

“Dit is een werk van Yayoi Kusama waar ik steeds nieuwe dingen in zie. Ik hou van de grillige lijnen, de vormen, de gezichten, het is een heel vreemd werk. Het is ook het goedkoopste kunstwerk dat we hebben – het is een keukendoek die Dorine en ik kochten in een museumwinkel in Londen – maar het is zo raar, zo creatief, het verbaast me niets dat Kusama in een inrichting zat. Ik vind het een intrigerend ding, ik begrijp het niet, het biedt geen houvast, geen bekende kaders. Soms als ik naar een echt goed kunstwerk kijk vallen andere ongrijpbare dingen uit mijn leven ineens op hun plaats. Dit is het werk waar ik het meest naar kijk.”

Het belang van non-binair denken

Kunstwerken op verschillende manieren bekijken, de context ervan op waarde schatten, de tijd nemen om een oordeel te vormen en als je tot een oordeel komt, open blijven voor twijfel. Hünneman heeft duidelijk niet veel op met hokjesdenken en de bestaande orde. “Else Barth, mijn leermeesteres en voorbeeld in de tijd dat ik opgeleid werd tot logicus – ik vind haar nog steeds fantastisch, helaas is ze in 2015 overleden –  heeft mij doordrenkt van het belang van non-binair, niet zwart-wit denken. Categorieën zijn nodig om te kunnen denken en praten over concepten, maar we moeten ons ervan bewust zijn dat die categorieën arbitrair zijn en dat we ze elk moment kunnen veranderen. Kunst kan dat bewustzijn aanwakkeren, net als ironie.”

Harma Heikens uit Groningen noemt hij een geniale kunstenares die als geen ander elk kader omver weet te schoppen met haar tegenstrijdige sculpturen. Zij maakte het beeld van een naakt kinderlichaampje met een konijnenhoofd dat op een dildo knaagde, dat van Noorderzon, na veel klachten van bezoekers, is verwijderd. “Het is een geweldig kunstwerk, maar ik begrijp wel dat niet iedereen het in de publieke ruimte kan waarderen. Helaas is ze gestopt met haar werk, omdat ze te veel heftige negatieve reacties kreeg, mensen begrepen het niet en gingen haar bedreigen.” Hij heeft haar gemaild hoe blij hij is met het beeldje All is fair in love and war, dat hij van haar kocht.

“Heleen van Royen vind ik ook een goed voorbeeld van een hedendaags non-binair denker en kunstenaar. Ik heb een werk uit haar één-selfie-per-dag reeks Selfmade gekocht.” Het kunstwerk is een close-up van haar gezicht, waarop ze breeduit lacht aan de rand van een zwembad, terwijl haar ogen een diepe pijn uitstralen. Zó goed, zó schurend, zegt hij, het maakt ongemakkelijk als je er naar kijkt. Het vat tegenstrijdige gevoelens in één beeld. Dat is wat goede kunst kan doen.”

Tekst en beeld: Marike Masker

In de serie Kunst boven de bank ontdekt Kunstspot de kunstschatten van haar eigen lezers. Ook meedoen? Mail naar info@kunstspot.nl.