Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Kunst kijken

Kakhiel in een museum, vet grappig haha

Door: Gerdine Kruizinga, 18 mei 2017

De bovenverdieping van het Nederlands Stripmuseum: een wandje waar een foto op is geprint, met een uitgezaagd gat op de plek van het hoofd van een vrouw. Een jonge stagiair slaat een spijker in het wandje om ‘m weer vast te zetten. “Er is net een schoolklas geweest en iedereen wilde een foto, daarom stond-ie een beetje los,” vertelt hij. Hij vindt de Kakhiel-tentoonstelling de leukste in het museum.

Voor degenen die Kakhiel niet kennen, al is dat moeilijk voor te stellen, laat hij zich nog het beste omschrijven als internetfenomeen. Op zijn Facebookpagina en website deelt hij stockfoto’s die hij van tekstballonnen voorziet. Zijn hoofdpersonen maken flauwe (woord)grappen of zeggen gewoon ‘oke doei’. Echte liefhebbers van zijn werk liken niet alleen zijn Facebookposts, maar dragen ook shirts met ‘Geef chips’.

dikke vette knipoog

Je kunt Kakhiel waanzinnig grappig vinden, je kunt het ‘haha vet kut’ vinden, maar waarom zou je het in vredesnaam in een museum hangen? Met een groot vraagteken boven mijn hoofd (het blijft een Stripmuseum) stap ik op Dim Junius af. Hij is striptekenaar en medewerker van het museum. “We wilden de artistiek verantwoorde tentoonstellingen wat tegenwicht bieden met een dikke vette knipoog,” legt hij uit. Hij vertelt dat het museum zich niet alleen wil presenteren als
kunstpodium, maar ook als museum voor strips in alle andere
verschijningsvormen. “Kakhiel is een moderne verschijningsvorm van strips.”

“Hij zei wel dat hij het was, maar zeker weten doe je het natuurlijk nooit.”

Nu is de vraag ‘waarom hangt het hier’ nog niet dezelfde als ‘is dit nu ook al kunst?’ Ook al is strip een kunstvorm, niet alle strips zijn kunst en niet alle musea laten kunst zien. Omdat het Stripmuseum ook een archief is van de strip als cultureel verschijnsel, komen er ook veel oudere mensen, op zoek naar nostalgie. “Nee, die komen inderdaad niet voor Kakhiel,” zegt Junius. “Maar ze komen er wel terecht. Soms zie ik ze lachend van de trap afkomen.”

broodje pindakaas met Kakhiel eten

Wie wel voor Kakhiel komen, zijn jongeren en studenten. Ze kennen ‘m van internet. Kakhiel die van het internet naar een museum gehaald wordt staat niet op zichzelf, maar is een trend van de laatste jaren. Als voorbeeld daarvan laat Junius nog de Wimpie Comics-albums door Jan Willem Spakman en Ik Mik door Maikel Verkoelen zien. Ze begonnen als webcomic, maar intussen is het print. “Wat je ook ziet, is dat humor een belangrijke rol speelt in de hedendaagse strip.”

Kakhiel is toch wel weer van een andere categorie. Neem nou zijn anonimiteit. Kakhiel verschijnt alleen in een ruimtepak. Al heeft Junius hem wel gesproken bij het voorbereiden van de tentoonstelling. “Hij zei wel dat hij het was, maar zeker weten doe je het natuurlijk nooit.” Op de tentoonstelling is ook een filmpje te zien van een jongen die als prijs een broodje pindakaas met Kakhiel mocht eten. Iemand schuift een douchegordijntje open, en daar zit de man in het ruimtepak. De jongen neemt een hap van zijn broodje. “Was dit het?” vraagt hij, eerder neutraal dan teleurgesteld.

Dat was ook mijn vraag, toen ik het Kakhiel in het stripmuseum bezocht. Was dit het? De tentoonstelling is kleiner dan de flyer doet vermoeden, maar echt erg is dat niet. Het leukste is eigenlijk dat er per werk keurige bordjes hangen waarop de titel, het medium en het jaartal zijn vermeld. Ergens droog-komisch ‘grappen’ bij vermelden, is bijna zelf een Kakhiel.

De tentoonstelling Kakhiel is nog te zien tot en met 3 september in het Nederlands Stripmuseum

Tekst: Gerdine Kruizinga
Beeld: Kakhiel