Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview

Interview Laura Hospes: "Ik heb wel 20.000 foto's gemaakt in de tijd dat ik opgenomen zat."

Door: Lisette Verhoog, 1 oktober 2018

Zelfportretten als kleine emotiepakketjes, je camera als beste vriend en het opnieuw ontdekken van de zachtheid van je eigen lichaam. Fotografe Laura hospes (1994) staat bekend om haar donkere en krachtige zelfportretten die ze maakte tijdens haar opnametijd in het UCP (Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG). Depressie, zelfmutilatie en de bijkomende emoties van het gehospitaliseerd zijn staan centraal. In Wall House #2 presenteert ze een handgemaakt fotoboek van de foto’s uit die periode: UCP. Hoe is het haar gelukt een depressie te uiten door middel van haar liefde voor fotografie?



 

New York, San Francisco, Parijs, Berlijn, Londen... Op deze fantastische plekken heb je al geëxposeerd en nu in Wall House #2 in Groningen. Even terug naar je roots, de plek waar het allemaal is begonnen?

“Op al deze plekken is mijn werk afgedrukt en opgehangen. Bij die exposities kon ik helaas zelf niet aanwezig zijn vanwege het vele reizen en de kosten die daarbij komen kijken. Hoe dan ook, het hangt er wel! Groningen is zeker de plek waar het allemaal gebeurd is. Als ik in Groningen zeg dat mijn foto’s gemaakt zijn in het UCP, dan kennen veel mensen dat ook omdat het deel is van het UMCG-ziekenhuis. Hierdoor lopen gesprekken over het onderwerp makkelijker.”

“Ik schrok ervan dat mijn foto’s ineens op het internet rondgingen."

Wat betekent het boek UCP voor jou?

“Voor mij is het een afsluiting van de periode in het UCP, maar zo voelde het niet meteen. In de beginfase van het ontwerpen van het boek was ik nog erg ziek vanwege de depressie en ik beschadigde mezelf. Mijn tijd bij het UCP was voorbij, maar ik stond op het punt om te beginnen aan de afstudeerperiode van mijn studie aan de Fotoacademie en ik wilde deze foto’s hiervoor gebruiken. Ik heb eerst een dummy-versie gemaakt en ik ben hier nog een half jaar aan gaan werken. Ik heb 20.000 foto’s gemaakt in de tijd dat ik opgenomen zat, dus daar moest iets uit voortkomen. Ik ben wel trots op mezelf. “

De foto’s in het boek heb je gemaakt tijdens je opname. Klopt het dat je deze foto’s in eerste instantie voor jezelf wilde houden? Wat was de motivatie om de foto’s toch te delen?

“Ik vond het heel spannend om de foto’s te delen. De opname bij het UCP kwam ook heel plots, een enorme schok! Mijn naasten hoorden langzamerhand dat ik opgenomen was. Het lukte mij ook niet echt om contact te houden. Het was me allemaal teveel. Op een gegeven moment had ik een foto gemaakt van mezelf in het kamertje waar ik zat, tevens de allereerste foto in mijn boek. De eerste dag dat ik wakker werd tijdens opname scheen de zon en het was een mooie dag, maar ik wou de gordijnen niet opendoen. Ik stond met mijn lichaam in de zon, wat door een kiertje naar binnen kwam, en dat beeld triggerde iets bij mij. Hiervan heb ik een foto gemaakt en toen ik het bekeek dacht ik: oh ja, dit deed ik om te zorgen dat ik mijn emoties kan uiten. Dat deed ik vóór mijn opname ook. Die foto heb ik een paar weken later op Facebook gezet met alleen de naam UCP erbij, wat veel mensen niet kennen. Het was een manier om toch nog te communiceren met de buitenwereld. Ik merkte dat mensen de foto mooi vonden, wat ik overigens zelf moeilijk te begrijpen vond. Toch zei de foto meer over hoe ik me voelde dan ik dacht. Je kan het zo moeilijk verwoorden, maar met de foto werd mijn situatie duidelijker. Het werd een communicatiemiddel voor mij.”

Wat ging er door je heen toen je de LensCulture-fotowedstrijd won terwijl je nog opgenomen was?

“Ik schrok er een beetje van, mijn foto’s gingen ineens het internet rond. Toch vond ik de feedback wel fijn. Ik had eerlijk gezegd nergens op gehoopt toen ik een foto naar LensCulture stuurde, totdat ik bericht kreeg dat ik had gewonnen. Ik dacht eerst dat het spammail was. Toen ik het te horen kreeg mocht ik nog niks bekend maken en wat ik precies had gewonnen wist ik niet. Wel stond erbij dat ik me moest voorbereiden door bijvoorbeeld mijn website op orde te brengen. Daar ging ik mee aan de slag. Pas later bleek dat ik een van de acht Grant Winners in de categorie Emerging Talents 2015 was.”

Maar je bent ziek en dan moet je ineens keihard aan het werk

“Ja, dat was bizar. Er werd er over mijn werk geschreven door Der Spiegel en toen ontplofte het echt. Ik kreeg online publicaties in o.a. The Huffington Post en de Daily Mail en iedereen wilde ineens een interview met me. Ik heb mijn zus gevraagd om mij te helpen en we hebben er telkens in de ochtend aan gewerkt en in de middag zat ik gewoon weer apathisch voor me uit te staren in het ziekenhuis met de gedachte: wat gebeurt hier eigenlijk? Heel onrealistisch, maar het gaf me wel echt wat te doen. Dit was tenslotte mijn kans.”

Hoe is het gelukt om foto’s te maken van je meest kwetsbare kant?

“Foto’s maken van mezelf was niet nieuw voor mij. Ik studeerde al aan de Fotoacademie voordat ik werd opgenomen, maar door de opname kon ik een half jaar niet naar school. Ik liet mijn zelfportretten zien voor een beoordeling bij de Fotoacademie en de reacties waren enorm enthousiast, waardoor ik mijn werk meer begon te waarderen, dus ik wilde hieraan doorwerken. Helaas was ik het maken van zelfportretten een beetje kwijtgeraakt voordat ik opgenomen werd, omdat ik me te slecht voelde. De portretten gemaakt in het UCP zijn in een soort waas gemaakt, ik stond er niet echt bij stil.”

“Mijn foto's maken iets los en het werkt meteen op je emoties. Die combinatie maakt dat het publiek de schoonheid ervan inziet denk ik.”

Je hebt al veel prijzen gewonnen met je zelfportretten. Wat maakt de foto’s volgens jou zo aanspreekbaar bij het publiek? En wat hoop je ermee te communiceren?

“Ik denk de combinatie van het begrip wat het opwekt bij mensen. Ze begrijpen het echt. Sommigen ook niet, maar degenen die het wel begrijpen weten dat het een verhaal is zonder woorden. Het maakt iets los en het werkt meteen op je emoties. Die combinatie maakt dat het publiek de schoonheid ervan inziet denk ik. Ik heb een fascinatie voor stoffen en structuren en dat wil ik dan zo goed mogelijk in beeld brengen. Wat ik er precies mee wil communiceren weet ik niet zo goed, maar mijn foto’s voelen pas oprecht als ik het voor mezelf doe en niet voor een ander.”

Hoe voelt het dat zoveel mensen deze foto’s van jou kunnen bewonderen? Er zitten natuurlijk best intieme foto’s tussen.

“Eerst was dit heel ongemakkelijk, maar omdat het een print is geeft dat weer een gevoel van afstand. Ik denk er dan niet meer zo over na. Het is gewoon mijn werk en ik ben toevallig het onderwerp van mijn werk. Het is voor mij eigenlijk mijn emoties geplaatst in een pakketje, een fotopakketje. Ik denk dat dat ook de oprechtheid van mijn foto’s maakt dat mijn lichaam ondergeschikt is aan de foto. Ik denk niet aan hoe ik er in detail op sta. Daar ben ik totaal niet mee bezig. Niet op het moment dat ik de foto neem en ook niet als mensen mijn foto’s zien. Dat komt ook omdat ik depressief ben geweest en daardoor besef dat er ergere dingen zijn dan een vetrolletje of iets. Als ik me daar ook nog eens druk over zou maken, tja…”

Voelt het niet dubbel dat iets zo verdrietigs toch zoveel succes heeft opgeleverd?

“Dat is het zeker. Ik ben afgestudeerd met mijn boek UCP, ook nog cum laude, en daar was ik toen ontzettend blij mee. Maar er waren mensen die heel erg geschrokken waren door het boek, terwijl ik er hysterisch blij over was. Ik laat alle emoties van de opname in het boek zelf. Het was wel even moeilijk om door te gaan met mijn werk, omdat ik nog niet zeker was of ik mezelf ook kon fotograferen op niet-depressieve momenten. Ik vond het erg spannend om ergens anders aan te beginnen, maar inmiddels ben ik met werk bezig waar ik vertrouwen in heb.”

Je zegt dat jouw camera eigenlijk je beste vriend bleek tijdens de zwaarste momenten in de depressie. Sommige kinderen hebben een onzichtbare vriend/vriendin om zo dingen te delen die ze verschuilen voor de buitenwereld. Is dit vergelijkbaar?

“Mijn camera is eigenlijk een soort knuffeldier. Het is niet dat ik tegen mijn camera praatte, over hoe mijn dag was ofzo, maar veel van mijn opgekropte emoties kon ik er wel in kwijt. De emoties zitten gewoon in de camera als ik foto’s maak en dat heeft voor mij heel veel waarde. Ik heb me er eigenlijk in verstopt. Het geeft structuur aan mijn emoties.”

Heb je nog andere plannen voor de toekomst?

“Ik fotografeer momenteel analoog en op een gegeven moment ben ik ook met polaroids gaan werken. Ik was eventjes klaar met mezelf fotograferen, dus ben ik iets anders gaan doen. Het idee kwam eigenlijk toen ik ging slapen en het nachtlampje aanstond en ik de lakens in dat licht zo mooi en zacht vond liggen dat ik die ben gaan fotograferen. Die zachtheid was ik ook even nodig. Op een gegeven moment ben ik mezelf weer gaan integreren in de beelden. Die zachtheid samen met het licht op een lichaam wil ik op dat moment vastleggen en hier ben ik verder aan gaan werken. Ik ben de schoonheid van mijn eigen lichaam hierdoor weer gaan inzien en mezelf meer gaan accepteren. Het gevoel van acceptatie is zo’n enorme opluchting geweest en dat wil ik graag vasthouden. Dat is mijn toekomst.”

De tentoonstelling UCP van Laura Hospes is nog te zien t/m 3 november 2018 in Wall House #2 op zaterdag en zondag van 12-17 uur.

Tekst: Lisette Verhoog 
Foto's: Lisa Jasperina Bommerson