Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview

Hoe 2 ontwerpers van afval nieuwe producten en kunst maakten voor de Designroute

Door: Desta Matla, 20 oktober 2018

Begin deze maand stonden op de Vismarkt zakken vol met grote hoeveelheden piepschuim. Even verderop deden meelwormen in potten zich tegoed aan deze stukken piepschuim. Weer twee meter verder werd ons diezelfde meelwormen aangeboden als snack. Ze smaakten wat nootachtig. De Designroute in Groningen draaide om duurzaamheid en hergebruik, dat kon je op de Vismarkt zien en proeven, maar zag je ook terug in de samenwerking tussen deelnemende winkels en ontwerpers en kunstenaars. Wij spraken twee van hen over hoe ze het ‘afval’ van de winkels hebben omgezet naar een nieuw product: Anne Varekamp (1984), die voor de winkel KOKOTOKO in de Oosterstraat aan de slag ging, en TimNotSimon (1990) die met Stardust aan de Carolieweg samenwerkte.

Anne Varekamp werkte met het plastic van KOKOTOKO

“KOKOTOKO is natuurlijk al heel duurzaam en het enige waar zij nog last van hadden, waren de zakjes waar de kleding in werd geleverd. Die zakjes zijn verplicht, verzekeringstechnisch. Nu zijn die zakjes al wel gerecycled, maar aan het einde van de dag heeft KOKOTOKO er zoveel van over, dat ze alsnog worden weggegooid. We hebben die zakjes bij elkaar gezocht en toen ben ik gaan kijken met wat voor een materiaal het mooi te combineren viel. Uiteindelijk heb ik een soort grove kaasdoek gevonden van 100% katoen en daar heb ik het plastic van de zakjes doorheen laten smelten zodat je een nieuw materiaal krijgt.” Dit materiaal noemt ze Plastictoen. Hiervan heeft ze mapjes gemaakt die een uitleg bevatten waarmee je zelf zo’n mapje kan maken, maar ook een patroon voor bijvoorbeeld een lunchzakje.
“Plastictoen is een soort stevige stof. Het is waterafstotend en heeft de print van de zakjes. We hebben het nu klein gehouden, maar ik denk dat als je dit zou toepassen op grote stukken materiaal, dat je er hele mooie dingen mee kunt maken. Je zou er bijvoorbeeld tassen of jassen van kunnen maken die direct waterafstotend zijn."
Duurzaamheid zat er altijd wel een beetje in, zegt ze:  “Ik vind het gewoon heel belangrijk dat we geen nieuwe dingen ontwikkelen als dat niet hoeft. Zodat we duurzaam kunnen kijken: wat voor materialen gebruiken we en waarin passen we die toe? Vaak heeft dit ook te maken met vakmanschap. Als je wol bij de schapenboer haalt, heb je gewoon het meest pure materiaal. Dat is waar ik eigenlijk het liefst mee werkt. Ik vind het belangrijk om het vakmanschap te laten zien. Tegenwoordig wordt alles gewoon snel en in fabrieken gemaakt, dat is ontzettend zonde.” 

TimNotSimon ging aan de slag met het overtollig textiel van Stardust

“De Action is mijn favoriete winkel. Eigenlijk is het dus vrij ironisch dat ik benaderd ben hiervoor, omdat ik alles behalve duurzaam ben. Ik ben dan ook nog het ergste soort: zo iemand die wel meedoet aan de discussie over het milieu, maar vervolgens wel gewoon alles wat los en vast zit in de prullenbak gooit. Ik heb dan ook uiteindelijk maar gebruikgemaakt van het feit dat het zo over duurzaamheid ging, om mijn hypocrisie te gaan overdenken. Hoe kan ik dan in ieder geval mijzelf bewust maken van dat ik iets moet doen aan mijn gedrag en hoe ik omga met de wereld?
Kleding die niet verkocht wordt, is onnodig afval. Het feit dat alles binnenkomt in dozen wat weer in dozen zit, is onnodig afval. Elk shirtje wat apart in een eigen plastic zakje zit als het binnenkomt, is onnodig afval. Dat heeft bij mij in ieder geval bewustzijn gecreëerd. Ze worden bij Stardust overspoeld met materiaal waarvan ze niet weten wat ze ermee aan moeten en waarvan het ook niet nodig is dat zij daarmee overspoeld worden.”
“Er werden grote bergen kleding mijn kant op gebracht en ik ben daar een installatie van gaan maken: Stroom. Deze installatie kwam voort uit het idee dat de kleding als het ware de ruimte zou moeten overnemen en het zich zou toe eigenen. Je moet je voorstellen dat de kleding als het ware als lekkage langs de muren ziet druipen, van het plafond ziet druipen, met op de grond grote plassen.” In de hele winkel zijn stukken van de installatie te ontdekken, soms in gekke hoekjes, soms overduidelijk over de toonbank.
“Wat ik het interessantste vond aan dit project is dat ik het materiaal naar me toe heb gekregen en maar moest kijken wat ik er mee ging doen. Zo van: dit is wat je hebt, wat gaat het worden? En dat ik dat ook meer in de toekomst in mijn werk ga gebruiken. Dus meer kijken naar wat ik al heb, in plaats van nieuw te kopen wat ik nodig heb.”

De werken van de ontwerpers en kunstenaars zijn nog een aantal weken te zien in de deelnemende winkels. Kijk voor meer informatie hier

Tekst: Desta Matla
Beeld: Kevin A. Perrin