Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Dit zijn de genomineerde kunstenaars voor het Hendrik de Vriesstipendium 2019: Mieke Fokkinga (2)

Op zaterdag 14 december is het weer zo ver: Wildvang. Het talentevent met beeldende kunst, literatuur, muziek én de uitreiking van het Hendrik de Vriesstipendium; een stimuleringsbeurs voor jonge, talentvolle Groninger Kunstenaars. Dit jaar zijn de genomineerden Lilian Anneloes, Mieke Fokkinga, Reynaert Vosveld en Henrike Scholten. Kunstspot is bij alle kunstenaars langs geweest om ze alvast wat beter te leren kennen. De tweede in de reeks is Mieke Fokkinga (1985).

Wat is het project waar jij een aanvraag voor hebt ingediend en hoe is het idee ervoor ontstaan?

“Het project heet Stuiterballen en dat zegt feitelijk alles al. Ik loop, net als iedereen, weleens langs een stuiterballenautomaat, maar ik gooi er nooit 20 cent in, want wat moet ik met een stuiterbal? Ik wíl het echter wel… want welke stuiterbal zou ik dan krijgen? Die rooie, die blauw, die gespikkelde of misschien die met streepjes? Op een gegeven dacht ik: ik ga ze gewoon kopen! Niet één, niet twee, maar een paar handenvol. Allemaal met hun eigen verleidelijke stuiterbalkleuren en -patronen, die ik als kunstenaar elk hun eigenheid zou willen laten houden in een nieuwe serie werken. Ik wil elke stuiterbal tekenen in een techniek die voor die ene stuiterbal perfect is. Dat kan een zeefdruk zijn of oliepastel, aquarel of pastel… dat weet ik nog niet. Uiteindelijk wil ik een hele automaat leeg tekenen; vijftig, honderd, tweehonderd tekeningen? Hoeveel zitten er in een automaat? In al die stuiterballen zit een eigen techniek en aandacht en voor mij schept dat een interessante ruimte om te experimenteren.”

Als ik jou werk zo zie, dan zit er veel liefkozing, verwondering en een zekere waardering voor wat? in, klopt dat?

“Ja, dat klopt wel. Maar ik denk dat mijn werk vooral iets zegt over hoe ik naar de wereld kijk: de waardering voor kleine dingen. Dat het geluk ook daarin zit, in kleine verwonderingen en dat het op die manier ook wat zegt over mij. De aandacht die je geeft aan iets wat je tegenkomt dat nét anders is dan anders. Of door uitgebreid toe te geven aan een vraag of verlangen in plaats van dat je eraan voorbij loopt. Ik zou daarom ook niet zo snel een hele exclusieve dure taart tekenen, maar eerder de taart van de Hema. Omdat dat meer een taart-taart is.”

Omdat het dichtbij ligt?

“Meer omdat ik op zoek ben naar het stereotype beeld en de aandacht voor de individualiteit daarvan, dan dat ik zoek naar een uitzonderlijk situatie. Ik vind het ook leuk dat iedereen er wat mee kan. Alhoewel wel veel mensen zullen zeggen: wat maf. Of dat ze zich afvragen waarom ik mij hier mee bezighoud.”

Je hebt eerder al een hele serie werk gemaakt waarin je hagelslag heel secuur naschilderde, wat ook een heel geconcentreerd werk is, maar eigenlijk ook heel maf werk. Is die combinatie belangrijk voor jou?

“Ja, dan kom je direct tot de kern van het werk. De gedachte of het concept of het kleine grapje is voor mij belangrijk. Het gaat vaak om beelden die ik gewoon heel simpel en poëtisch vind en waar ik heel graag iets mee wil doen. Ik schrijf alles op en ik denk en zoek vaak heel lang naar een perfecte techniek of manier hoe ik iets zou kunnen verbeelden. Soms is dat niet meteen duidelijk, maar soms ook wel. Ik maak voornamelijk werk op papier, maar als een idee beter in een andere vorm tot zijn recht komt, dan ga ik op zoek naar een manier waarop ik dat zou kunnen doen. En desnoods laat ik dit uitvoeren. Ik praat er wel over met collega’s: is het wat of is het niets? Zie je nog wat het is? Zoek ik er niet teveel bij? De balans van een precies goed werk is heel dun, een vertaalslag moet niet te ver gaan.”

En hoe zie je dat dan voor je met jouw stuiterballen projectvoorstel?

“Ik zie het voor mij als een explosie van stuiterballen in de vorm van tekeningen, animaties of andere stuiterbalachtige werken. Je kan ook denken dat een patroon van een specifieke stuiterbal zich heel erg zou lenen voor een behang, waar je vervolgens tientallen individuele tekeningen op presenteert. Of als een animatie die stuiterend door de expo wordt gebeamd. Maar voor die experimentatie en de uitwerking ervan heb ik deze aanvraag natuurlijk gedaan. Hoe dat zal eindigen weet ik nog helemaal niet precies. Maar een jaar lang werken aan één project zou heel erg fijn zijn! Het bepalen van het onderwerp stuiterballen vind ik interessant en daar ga ik graag mee aan slag. Uiteindelijk mag de winnaar van het Hendrik de Vriesstipendium zijn werk over een jaar presenteren. Dat zou mij de tijd, mogelijkheid en focus geven om echt iets groots te maken!”