Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview, Special: Hendrik de Vriesstipendium

Dit zijn de genomineerde kunstenaars voor het Hendrik de Vriesstipendium 2019: Henrike Scholten (4)

Door: Regina Zwaagstra, 3 december 2019

Op zaterdag 14 december is het weer zo ver: Wildvang. Het talentevent met beeldende kunst, literatuur, muziek én de uitreiking van het Hendrik de Vriesstipendium; een stimuleringsbeurs voor jonge, talentvolle Groninger kunstenaars. Dit jaar zijn de genomineerden Lilian Anneloes, Mieke Fokkinga, Reynaert Vosveld en Henrike Scholten. Kunstspot is bij alle genomineerden langs geweest om ze alvast wat beter te leren kennen. De laatste in de reeks is Henrike Scholten (1989).

Wat is het project waar jij een aanvraag voor hebt ingediend en hoe is het idee ervoor ontstaan?

“Het is allemaal begonnen met een beetje toeval eigenlijk. Tijdens een tijdelijk bijbaan als onderzoekassistent aan de Rijksuniversiteit kwam ik in het depot van het Universiteitsmuseum een map tegen. Het is een kartonnen map met het opschrift ‘Anatomische variaties’, die ooit in dat depot terecht is gekomen en waar nooit iemand iets mee had gedaan. De map bevat oude anatomische tekeningen die in de vorige eeuw door studenten zijn gemaakt. Mijn aandacht werd erdoor getrokken omdat ik erg geïnteresseerd ben in tekenen. Niet alleen in tekenen als  kunstvorm, maar ook als communicatievorm en als onderwijsvorm. Die dingen hangen erg met elkaar samen en zijn allemaal verschillende manieren waarop beelden gecreëerd worden. Verder houd ik mij ook veel bezig met kunstgeschiedenis en medische geschiedenis en hoe die twee met elkaar samenhangen. Wat mij ook tot die map aantrok, is dat ik ook een sterke interesse heb in het menselijk lichaam. Ieder persoon heeft een lichaam, maar er zijn ontzettend veel manieren waarop je als kunstenaar en als cultuur het lichaam weer kan geven. Zodra je kijkt naar een afbeelding van een lichaam dan doet dat vaak wat met je. En ik vind al die nuances daarin en de manier waarop dat kan gewoon heel erg boeiend.”

Wat bedoel je precies met de nuances waarop het wordt weergegeven of de nuances van het lichaam?

“Wanneer je iets als confronterend ervaart bijvoorbeeld, of wanneer je iets als mooi ervaart,  of wanneer je iets überhaupt als een lichaam ervaart. Zo heb ik jaren geleden voor een kunstproject ook op een snijzaal meegetekend, terwijl om me heen de studenten gewoon met hun practicum bezig waren. Wat ik heel interessant vond was het verschil was tussen de manier waarop ik die dingen zag, wat ik tekende en erbij associeerde, en wat die medische studenten zagen. Die studenten kijken namelijk heel anders dan een kunstenaar. Zoals bijvoorbeeld de manier waarop ze de ingewanden uit een lichaam halen en weer neerleggen. Die komen in een compositie terecht die me aan zeventiende eeuwse stillevens deden denken. Wanneer is het een mens en wanneer is het een object?  Ik heb daar een hele serie tekeningen van gemaakt en daarvan ga ik ook een paar laten zien op de tentoonstelling.”

Maar de vondst van die tekeningen in het depot is wat waar het toekomstige project vooral om draait?

“Het interessante aan die tekeningen is eigenlijk niet alleen de beeldtaal (die is een beetje klungelig), maar ook de periode waarin ze zijn gemaakt en wat ik er verder bij vond. De tekeningen zijn voorzien van naam en jaartal en het grootste gedeelte komt uit de jaren ‘30 en ‘40 van de vorige eeuw. Toen ik dat zag ben ik alle namen op de tekeningen gaan checken met een boek van Klaas van Berkel erbij. Dat is een historicus die een enorm boek heeft geschreven over de Rijksuniversiteit in oorlogstijd en ook in de financiële crisis van de jaren ‘30. Daar kwam ik gek genoeg veel van die namen van die medische studenten tegen die in de jaren ‘30 en ‘40 een medische opleiding door liepen en toen als onderdeel van die opleiding aan het tekenen waren. Maar ook kwam naar voren dat velen van die studenten ook toen al een bepaalde maatschappelijke rol speelden. Zo waren meerdere van hen actief in het verzet ten tijde van de oorlog, maar zo was er ook bijvoorbeeld eentje die er behoorlijk sterke NSB sympathieën op nahield. Daarom kreeg ik het idee van hoe interessant zou het zijn om naar aanleiding van deze tekeningen ook een historisch verhaal te vertellen. Maar het is niet zo dat ik in dit stadium totaal onbekende feiten aan het opdiepen ben die niemand wist ofzo. Ik ben bestaande dingen met elkaar aan het combineren, en ik wil die uitdiepen door middel van archiefonderzoek en het uitwerken ervan als kunstproject.”

En dat wil je doen als je het Hendrik de Vriesstipendium zou winnen?

“Ik wil dat onderzoek verder uitdiepen en daar wil ik dan vervolgens een installatie van maken. Ik wil dit vanuit mijn eigen kunstenaarschap op een visuele manier presenteren en erop reageren door bijvoorbeeld zelf nieuwe tekeningen te maken. Want als ik een historicus was dan zou ik hier gewoon een boek over schrijven, maar dat is niet wat mij motiveert.”

Wat motiveert je dan wel?

“De visuele kant ervan. Wat mij eigenlijk heel erg interesseert, is hoe je als beeldend kunstenaar op een inhoudelijke manier een verhaal kan vertellen over bijvoorbeeld de geschiedenis. Ik heb mij ingelezen over artistic research omdat dat ook een richting is waarin ik binnen mijn kunstenaarschap heel graag in verder wil gaan. Juist omdat ik dus zo geïnteresseerd ben in lichamen en historisch beeldmateriaal. Ik schrijf ook graag. Waar ik naar streef is een kunstenaarspraktijk waarin die dingen elkaar aanvullen. Hoe je als kunstenaar iets nieuws kan doen met verhalen, artefacten, feiten, archieven en dingen uit het verleden. Ik ben ook gewoon nieuwsgierig en geïnteresseerd in de manieren waarop ik dit allemaal kan integreren in de tentoonstellingen die ik wil maken en de projecten die ik aanga. Ik vind de link heel interessant die ik heb gevonden. Het heeft een binding met mijn kunstenaarspraktijk zoals die al is. En aan de andere kant vind ik het spannend om een historisch verhaal te vertellen waar je, door middel van die anatomische tekeningen, door een soort zij-ingang in terechtkomt. Juist als kunstenaar ben ik in een positie om dat soort verbindingen te leggen.”