Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Special: Academie Minerva

De afstudeerders van Academie Minerva 2020 #5 | Anna Fleuri Wolters en Julian Verkerk

Door: Redactie, 1 oktober 2020

Ook in deze geïsoleerde tijden staat er bij Academie Minerva een nieuwe lichting klaar om hun opleiding af te ronden en de wereld in te trekken. Dit keer zonder zomerexpositie, maar met een serie wekelijks wisselende exposities in Minerva dit najaar.​ Kunstspot sprak een paar van deze studenten over hun bijzondere afstudeerperiode en afstudeerwerken. De laatsten in deze reeks: Anna Fleuri Wolters (1997) en Julian Verkerk (1999).

Julian Verkerk maakte een theatervoorstelling met vijf acteurs, een decor en muziek. Het drie kwartier lange stuk speelt zich af in een fictief metrostation in de jaren zeventig en draait om mensen die wachten op een metro die maar niet komt. 
 Anna Fleuri Wolters maakte een collectie van multidisciplinaire werken, waarvoor ze verschillende mensen uitnodigt. De collectie is gebaseerd op een manifest geschreven door Wolters over het onderbewuste en ver weg zijn van de natuur. De andere makers hebben dit manifest getekend: “Het gaat niet alleen om mijzelf, maar ook om de community".

In jullie werken komt een soort absurde of buitengewone toon terug. Waar komt die vandaan?

Wolters: “In de eerste instantie wilde ik iets over dromen maken en het onderbewuste. De absurde kant die we in ons hebben en die je dagelijks ziet naar de oppervlakte brengen. Dat gekkige wat we allemaal hebben. Eerst keek ik naar Freud, daar werd ik helemaal gek van. Daarna leerde ik over Jung, een leerling van Freud, die praat over de split personality: een onderbewuste kant, met de dromen en lusten en een rationale, geconformeerde kant. Om een bevredigend leven te kunnen leven moeten die kanten zo dicht mogelijk bij elkaar gebracht worden. Absurdisme is daar een goede vorm voor.”
Verkerk: “In mijn afstudeerwerk wilde ik het beste van film en theater combineren. Ik streef hierbij naar een rare geconstrueerde wereld, van gemaaktheid en met een hang naar realisme. Absurdisme werkt hierin heel goed en ontstaat hierin. Een soort geconstrueerde vervreemding. Ik zoek dit in de kleine, lullige, sociale dingen: dat al mijn karakters een beetje sneu door hun levens gaan. Ik vind het ook altijd heel leuk om humor te verwerken – humor die komt vanuit het sneue.”
Wolters: “Ik denk dat het manieren zijn om het leven een beetje dragelijker te maken.”

Door jullie opleiding heen, zijn jullie steeds meer gaan werken met het gegeven van karakters in omgevingen. Hoe zit dat?

Verkerk: “Voor mij was de omgeving het hele uitgangspunt van het werk. Ik heb eerst een ‘arena’ ontworpen en daarna de karakters erin gegooid. Eerst heb ik het hele metrostation gebouwd, zonder een idee te hebben van wat er gaat gebeuren. Daarna heb ik de spelers uitgenodigd om volledig in kostuum scènes te improviseren in het metrostation. Zo vormde het decor de basis voor hun spel. Uiteindelijk heb ik al dat geïmproviseerde materiaal gebruikt voor het uiteindelijke script. Op die manier van werken merkte ik dat de elementen van vormgeving, regie en spel op dezelfde hoogte komen te staan.”
Wolters: “Bij mij verhoudt alles zich tot een bepaalde aanwezigheid in de ruimte. In de eerste twee jaar van mijn opleiding heb ik er veel moeite mee gehad, dat ik als muzikant op het podium stond – maar tijdens de illustratie-lessen mijn werk aan de muur hing en wegliep. Ook omdat ik zelf het gevoel had, dat als ik daadwerkelijk ging zingen ofzo, mijn boodschap veel duidelijker was. Die aanwezigheid hoeft niet per se letterlijk te zijn, maar kan ook in objecten zijn die een hint geven van aanwezigheid. Ik heb met bepaalde technieken om mij zo onderbewust mogelijk te maken, sculpturen uit mijn onderbewuste gemaakt. Die objecten zijn abstract geworden, maar toch surreëel – ze zorgen voor een vervreemding in de ruimte.”

Wat voor rol heeft noodlot in jullie werk?

Verkerk: “Ik heb me altijd voorgenomen om het leven niet rooskleuriger te maken dan het is. Ik merk dat de sneue karakters makkelijker uitlopen op een noodlot dan een mooi einde. Daar ben ik ook niet zo geïnteresseerd in, een mooi einde. In dat trieste, of niet-functionele, zit ook een schoonheid die het aantrekkelijk maakt om er mee bezig te kunnen zijn.”
Wolters: “Het onderbewuste wordt ook vaak geassocieerd met je meer donkere kant: we zijn altijd nieuwsgierig naar de duisternis. Dat je als kind ontdekt dat het leven eindig is: bij mij uitte zich in dat ik het donker eng vind, dat ik niet durfde te slapen. In mijn werk accepteer ik het duister en maak ik er iets moois van. Het is eigenlijk net als horrorfilms: waarom doet ze toch de deur open, ook al weet ze dat er niks goeds achter zit? Het nieuwsgierige naar het duistere of gevaarlijke is er toch wel.”

Jullie werken beide op een sociale manier, waarin de groep of kleine gemeenschap vaak een onmisbaar deel vormt. Hoe ging dat, toen iedereen in lockdown moest?

Verkerk: “Ik was eigenlijk net klaar om te werken met de acteurs, toen de lockdown begon. In april en mei heb ik naar verschillende manieren gekeken. Uiteindelijk besloot ik dat het fictieve metrostation aan de RIVM-voorwaarden gehouden kon worden. Ik heb een videoregistratie van de voorstelling gemaakt. Door de thema’s van grootstedelijke eenzaamheid en wachten op aandacht die je niet krijgt, sluit de voorstelling goed aan op de tijdgeest, maar ik wil geen directe link leggen met de coronacrisis. Een voorstelling daarover hoef ik op dit moment even niet te zien.”
Fleuri: “Ik wilde in eerste instantie mensen uitnodigen en voor een dag in de studio zetten. In mijn manifest bespreek ik dingen die ineens relevant werden. Waar aan de ene kant corona mensen isoleert, houden mensen veel meer rekening met elkaar. Zeker bij de recente demonstraties, zie je dat er kracht in zit als je dingen samen doet. Ik kan me heel erg ergeren aan de neoliberale insteek van alles helemaal zelf doen. Ik merk dat ik, en veel mensen van mijn generatie, merken dat er best wel veel druk op ligt. Ik was het liefst met een groep mensen afgestudeerd. Dat is misschien mijn idealistische insteek. Niet zo van: ik doe dit en ik doe dat. Ik denk dat mensen juist als ze samenwerken, dichter bij zichzelf kunnen komen. Dit alles heeft me wel doen realiseren dat ik een bepaald engagement heb, waar ik me eerder minder bewust van was. Dat ik een levensvisie probeer te propageren.”

Wat zijn jullie plannen na Minerva?

Wolters: “Ik ga Literary and Cultural Analysis studeren; ik merk dat ik toch nog meer theorie nodig heb.”
Verkerk: “Ik neem een tussenjaar om echt dingen voor mijzelf te doen. Ik denk er nog aan om later een opleiding te volgen.”
Het werk van Anna Fleuri Wolters is te zien van 2-5 december en het werk van Julian Verkerk van 11-14 november 2020 in de koepelzaal van Academie Minerva aan de Praediniussingel in Groningen. Meer informatie is te vinden op de website van Minerva
Ben je benieuwd naar meer werk van de makers? Het werk van Anna Fleuri is te vinden op flushpop.bandcamp.com en het werk van Julian Verkerk op julianverkerk.nl.
Tekst: Michiel Teeuw
Foto boven: Sander van der Bij
Overige foto's van kunstenaars