Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview, Special: Academie Minerva

De afstudeerders van 2019 #1 | Minerva-studenten Rafig Abbasov en Denislav Golemanov

Door: Michiel Teeuw, 27 mei 2019

De 150 bachelor's van Academie Minerva en masters van het Frank Mohr Instituut zijn druk bezig met afstuderen deze maand, met als klap op de vuurpijl de eindexamenexposities eind juni in de Suikerfabriek. In een serie duo-interviews laten we de afstudeerders zelf aan het woord. Deel één: Rafig Abbasov (1997) en Denislav Golemanov (1996).

In een vroege ochtend, met de dauwdruppels nog in de lucht, spreken we af in de openbare bibliotheek. Ik verwelkom beiden aan een comfortabele tafel. In zijn ooghoek ziet Abbasov een schaakspel staan, van verschillende kleuren hout. "Het is alsof ze die voor mij hebben neergezet, om het mij comfortabel te maken", zegt hij, en hij haalt het bord op. Zo, nu kan het gesprek beginnen.

Abbasov's afstudeeronderzoek gaat dan ook over het schaakspel: een spel waar de speler veel beslissingen neemt en deze beslissingen zijn zonder waarde-oordeel: "Er is geen goed of fout, maar elke beslissing heeft zijn eigen consequenties. Ik wil met een levensgroot schaakspel een speeltuin creëren, waar mensen van alle achtergronden samen kunnen komen en spelen, zonder oordeel." Een compactere variant van dit schaakspel kan dan in publieke ruimtes neergezet worden, zoals de Grote Markt of het Noorderplantsoen. In die publieke ruimte creëert hij dan een minder publieke ruimte: "Ik zie mijzelf allereerst als een burger, vervolgens als een vormgever, daarna als een denker. Hoe ik kan bijdragen aan het algehele burgerschap? Mijn doel met dit project is om een ‘tegenpublieke’ ruimte te creëren, om mensen samen te brengen. Het schaakbord wordt dan een plek waar mensen een gemeenschap vormen."

Golemanov's onderzoek daarentegen begon bij het perspectief van de ingenieur. Zijn beide ouders werken in Artificial Intelligence en hij ging naar een prestigieuze wiskundeschool. "Toen ik naar Minerva kwam, merkte ik dat ik geïnteresseerd was in de kunstenaar als werker, als ingenieur en als een ambachtsman met een functie in de maatschappij. Ik snapte het idee niet dat de kunstenaar niet deel hoefde te zijn van de sociale buitenwereld."
Vanuit deze ideeën presenteert Denislav een set sculpturen, gemaakt ‘in naam van’ de NS. Hiervoor werkt hij in de stijl van de NS: het kleurenschema, de beeldtaal en objecten die op elk station te vinden zijn, zoals de blindengeleide-ribbels. Die ribbels, daar wil hij bijvoorbeeld kleine treinen op plaatsen. "Kinderen zien dat en vragen hun ouders: wat is dat? Zo gebruik ik hun nieuwsgierigheid om een bewustzijn te creëren en dingen te leren."

Naast deze sculptuur werkt Golemanov ook met het gegeven van de geluidsbarrières die naast de treinsporen gebouwd zijn. "Hier wil ik kolommen plaatsen met de afbeeldingen eruit gesneden. Als de trein er langsgaat, vormt dit een frame-by-frame animatie." Sommige bezoekers van de expositie zullen met de trein komen: "Mensen komen met de trein, bekijken mijn NS-werken in de expositie en gaan terug met de trein. Zo zien ze drie keer het beeld van de trein: het ‘actuele’, de trein zelf, het ‘fictionele’, mijn NS-werken die ingrepen op het station voorstellen en het ‘actueel fictionele’, als ze terug zijn op het station. Dan kunnen ze zich voorstellen dat mijn werken daar zijn."

Denislav Golemanov: "Ik wil kunst maken die zelfs begrijpbaar is voor kleuters."

Ik merk dat als ik deze vormgevers beiden hoor praten, dat er een behoefte is aan spel, aan iets dat verwelkomt en warm aanvoelt. Waar komt deze drang vandaan?

 Denislav : "Op de basisschool leer je om te tellen, daarna leer je vermenigvuldigen en als je je opleiding hebt afgerond kan je heel ingewikkelde sommen aan. Als je in een museum stapt, is het eerste werk wat je ziet zo'n enorm ingewikkelde ‘som’, terwijl je nooit hebt leren ‘tellen’. Als iemand een kunstwerk ziet en het niet snapt, bestaat het idee dat kunst dan blijkbaar niet voor die persoon is." En dat is waar hij verandering in wil brengen. "Ik wil kunst maken die zelfs begrijpbaar is voor kleuters."

Abbasov gebruikt de ‘zachtheid’ ook veel als een manier om mensen nieuwsgierig te maken of welkom te laten voelen: "Comfort is een belangrijk onderwerp in mijn onderzoek, omdat mensen er opener van worden." Als iets er zacht of comfortabel uitziet, ben je sneller geneigd een open-minded blik te hebben, waardoor je open staat voor nieuwe ideeën.

Rafig Abbasov: "Ik zie mijzelf allereerst als een burger, vervolgens als een vormgever, daarna als een denker."

Hoe hebben ze die zachtheid vormgegeven?

Abbasov: "Ik had veel materialen in gedachten toen ik begon. Uiteindelijk ben ik terechtgekomen bij matras-schuim, iedereen herkent dit van bedden en banken - het komt veel in de dagelijkse omgeving voor. Het is een zacht, fijn materiaal, veilig om op te spelen. Daarover heb ik nog een laag van purschuim geplaatst. Hierdoor zit er net die onregelmatigheid aan; zo hoop ik mensen nieuwsgierig te maken." Golemanov reageert: "Het hele spel wordt zo zacht en onwerkelijk, alsof het een kinderspel is. Dit staat in enorm contrast met de bron van het schaakspel, het idee van oorlog. Je kleedt het hele schaakspel uit." Abbasov hoopt mensen uit te nodigen te komen én te spelen.

Golemanov's tactiek is vergelijkbaar: "Om mijn werk zacht te maken, gebruik ik gladde, glanzende materialen, ook foam. Ik gebruik een streng kleurpalet, gebaseerd op die van de NS." Zijn idee van zachtheid is sterk politiek: "Veel revoluties in de vorige eeuw, zoals de fascistische revoluties, waren hard, wreed en snel, maar belandden in een ‘permanente staat’. Ze hadden geen langdurig positief effect. Ik pleit voor een zachte, langzame revolutie, zoals de Belgische sociale democratie." Een acceptabele mengvorm.

Tegelijkertijd houdt hij wel de functie van de werken in de gaten, vertelt hij: "Bruno Munari zegt dat een boom en zijn bladeren mooi zijn, niet omdat ze simpelweg mooi zijn, maar omdat ze een speciale functie hebben. Een eikenblad vindt hij dus niet mooi op een dennenboom." Dit noemt Denislav de ‘esthetiek van pragmatisme’: de functie ‘begeleidt’ hoe het werk eruitziet.

Ook Abbasov is veel bezig met zulke functionaliteit: zijn 'schaakbord' bestaat uit losse tegels, het ene moment een schaakbord, het andere moment om te vormen naar twee stoelen en een tafel. Waar Golemanov's werken dus uitblinken in een sterke, duidelijke functie, heeft Abbasov's werk een multifunctionaliteit. Hier geldt: the sky is the limit. Of, zoals Rafig mij vertelt: "The sky is there to remind you of the limits."

Nieuwsgierig geworden? Bekijk de werken van Rafig en Denislav tijdens de eindexpositie (UN)FORMED in de voormalige Suikerfabriek in Groningen van 22 tot en met 27 juni 2019. Kijk voor meer informatie op academieminerva.nl.