Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Installatie

YARDin: het bandenspel als kunst

Door: Gerdine Kruizinga, 22 december 2015

Op mijn basisschool hadden we een schuur vol oude autobanden. Soms werden die tevoorschijn gehaald en mochten we er mee spelen. We speelden het bandenspel, een soort tikkertje om en rond de banden. Zodra ik NP3 binnenkom, word ik overspoeld door nostalgie, en door de geur van rubber.



 

In M0bi, een pand van NP3 was tot 19 december 2015 de installatie YARDin te zien. Kunstenaar Allan Kaprow bepaalde dat zijn werk na zijn dood telkens opnieuw uitgevoerd moest worden. Dit keer gebeurt dat voor het eerst in Nederland.

De tentoonstelling verschilt eigenlijk niet van het principe ‘spelen met banden’. Heel de ruimte is gevuld met autobanden en je mag er mee doen wat je wilt. De plattegrond die ik krijg is daarom nogal overbodig. De ruimte verandert voortdurend.

Allan Kaprows overtuiging was dat kunst niet groots en heilig moet zijn, maar dat je er aan moet kunnen komen. Hij had een hekel aan musea en galeries. Door middel van zijn installaties probeerde hij de scheidslijn tussen kunst en het dagelijks leven te verbreken. Hij noemde dat het ‘ontkunsten’ van de kunst. In het ‘opnieuw uitvinden’ van zijn werk, YARD in dit geval, is het noodzakelijk dat het verandert. 

YARD is zeker veranderd. Er is bijvoorbeeld een kunstwerk aan toegevoegd. Een  interactieve geluidsinstallatie die gebruik maakt van de containers waaruit het gebouw is opgebouwd. Ook worden er openbare lezingen en tekenlessen tussen de banden georganiseerd.

Om eerlijk te zijn ben ik langer bezig geweest met de geluidsinstallatie dan met het bandenkunstwerk. Dat komt vooral omdat ik er niet voor voel met banden te gaan spelen. Ik vind interactieve kunst namelijk behoorlijk irritant. Ik heb eens ‘bijgedragen’ aan een kunstwerk dat ik eigenlijk helemaal niet goed vond. Bij sommige werken heb je niet eens de keuze of je afstand houdt en kijkt of dat je meedoet. Volgens Kaprow doe je mee aan zijn werk zodra je erin loopt. Ik bepaal liever zelf wanneer ik kunst maak.

Zwaan Ipema van NP3 prijst het werk van Kaprow aan als heel toegankelijk. Dat is het zeker letterlijk: de deuren staan open en iedereen kan binnenlopen en meedoen. Ook mensen die niets met kunst hebben voelen zich aangetrokken tot het werk. Er schijnen geregeld mensen terug te komen om opnieuw met de banden te gaan sjouwen.

Als Kaprows ideaal is kunst die vervlochten is met de werkelijkheid, waarom moeten we dan nog naar een tentoonstelling? Om tot dat besef te komen? Het feit dat daar een tentoonstelling voor nodig is, is paradoxaal. Kaprow heeft zjin gehekelde galeries nodig om zijn boodschap voort te doen leven.

Auteur: Gerdine Kruizinga