Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Kunstshots

Wist je dat… we de betekenis van het woord ‘kunst’ danken aan de Duitsers?

Door: Franciska de Beer, 25 september 2017

Wie aan kunst denkt, denkt al snel aan Rembrandt of Rodin, maar ‘kunst’ heeft niet altijd dezelfde betekenis gehad. In de middeleeuwen stond het woord voor ‘wijsheid’ of ‘kennis’. Het is dan ook afgeleid van het werkwoord ‘kunnen’, zoals ‘komst’ afstamt van ‘komen’.​

In de loop van de 14e eeuw kreeg ‘kunnen’ echter nog een andere betekenis mee, namelijk ‘in staat zijn’. Hiermee verschoof de betekenis van ‘kunst’ steeds meer naar ‘vak’, ‘ambacht’ of ‘wetenschap’ en deed het dienst als vertaling van het Latijnse ‘ars’, oftewel ‘vaardigheid’.



Om de ene ‘kunst’ van de andere ‘kunst’ te onderscheiden, is men voor ‘ars’ later het aanverwante woord ‘kunde’ gaan gebruiken. Denk aan ‘wiskunde’ of ‘letterkunde’. Maar soms zijn beide vormen nog steeds in zwang, zij het met een klein betekenisverschil. Het woord ‘bouwkunst’ legt bijvoorbeeld meer de nadruk op de schoonheid, terwijl het bij ‘bouwkunde’ meer gaat om de technische kant. Doordat de menselijke vaardigheid bij ‘kunst’ centraal staat, is het woord tegelijkertijd een tegenstelling gaan vormen met de natuur. Zo is ‘kunst’ – waarschijnlijk rond 1800 – gaan staan voor ‘namaak’ of ‘niet natuurlijk’. Denk hierbij aan ‘kunststof’ of ‘kunstgebit’.



Dat we bij ‘kunst’ vandaag de dag vooral denken aan schilders en beeldhouwers, danken we waarschijnlijk aan de Duitsers. Zij hebben het begrip tijdens de Verlichting vernauwt tot een esthetisch concept, van beeldende kunst tot muziek en van podiumkunsten tot literatuur. Deze nieuwe betekenis is snel overgenomen door het Nederlands, en trouwens ook door het Engels en het Frans. Vandaar dat niet elke timmerman tegenwoordig een kunstenaar is en dat iemand die kunstzinnig is, niet noodzakelijkerwijze een ambacht beheerst. 

Tekst: Franciska de Beer

Beeld: Delpher
Bronnen: Wikipedia en Etymologiebank