Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview, Werken in de kunst

Werken in de kunst | Depotbeheerder van het Groninger Museum

Door: Franciska de Beer, 18 augustus 2016

Wie het Groninger Museum uitloopt, heeft eigenlijk nog maar een fractie van alle kunstwerken gezien. Het grootste deel ligt in het depot, afgesloten voor het publiek en ver van de bewoonde wereld. Kunstspot kreeg exclusief toegang tot de geheime schatkamers van het Groninger Museum voor een interview met depotbeheerder Marlon Steensma over haar beroep. “Ik heb een heftruckrijbewijs, dat is wel een must hier.”

Hoe geheim is dit depot eigenlijk?

“In principe is het adres van het depot vertrouwelijk. Wij ontvangen hier geen post, en als wij pakketjes ontvangen, staat er meestal niet op dat dit het depot van het Groninger Museum is.”

Veel mensen denken dat in de gouden toren bij het museum jullie depot zit, maar dat is dus niet zo?

“Daar was het inderdaad eerst ook, maar nu niet meer. Wij hebben er alleen werken die daar heel tijdelijk moeten staan. In de toren zijn gewoon werkplaatsen en kantoorgelegenheden. Eén verdieping is gevuld met bouwmateriaal, zoals sokkels die nog geverfd moeten worden. Het lijkt me niet verantwoord om daar kunst op te slaan.”

Wat bewaren jullie hier allemaal in het depot?

“Hier staan ongeveer 65 à 70 duizend objecten. Onze collectie is heel breed en divers. We hebben grote meesters zoals Van Gogh, een prentencollectie, keramiek, maar ook bierglazen. Elk object heeft weer een andere zorg nodig. IJzeren objecten hebben bijvoorbeeld een drogere ruimte nodig om roest te voorkomen, hier staan bijvoorbeeld sculpturen, uithangborden en fietsen.”

"De collectie ligt hier niet te verstoffen, het wordt echt gebruikt."
Marlon Steensma

Wat doe je als depotbeheerder?

“Mijn takenpakket is heel breed. Ik houd me bezig met alles wat met de collectie te maken heeft, van het conserveren van kunstwerken, het ontvangen van mensen tot het up to date maken van het museuminventarisatieproject. Ook kijk ik naar wat wij uitlenen en wat er aan tentoonstellingen binnenkomt. We krijgen een heel mooie tentoonstelling over Rodin eind dit jaar.”

“Ik heb een heftruckrijbewijs, dat is wel een must hier. We hebben veel verpakt in kisten en die zijn hartstikke zwaar, dus dan moet je wel iets van een heftruck of een heffer gebruiken. Ik vind het heel leuk om heftruck te rijden. Het is een afwisseling, je gaat je hersenen even anders gebruiken. In plaats van dat je boven een prent gebogen zit, kun je ook even een kist versjouwen.”

“Als je in een depot werkt ben je fysiek met de kunst bezig, zoals verpakken, conditiechecks, logistieke werkzaamheden, transporten en onderzoek doen. Je hebt de kunstwerken altijd bij de hand. De collectie ligt hier niet te verstoffen, het wordt echt gebruikt. Niet alleen door onze medewerkers, maar ook van buitenaf. Iemand uit Japan doet nu bijvoorbeeld een jaar lang onderzoek naar onze Aziatische keramiekcollectie. Zulke mensen zijn altijd hartstikke welkom.”

Hoe ben je hier beland?

“Eigenlijk ben ik opgeleid tot museumconservator. Na de bachelor kunstgeschiedenis heb ik de master conservatorenopleiding gedaan. In 2012 liep ik hier stage en daarna ben ik aangebleven als vrijwilliger. Anderhalf jaar geleden is mijn voorganger met pensioen gegaan en toen werd ik naar voren geschoven. Het liep gewoon zo, het was een gelukje voor mij. Van dit soort dingen moet je het toch wel hebben in dit wereldje.”

Als je elke dag zoveel kunst in je handen hebt, gaat dat nooit eens mis?

“Het ergste wat mij is overkomen is dat ik een lijst heb laten vallen. Het was een prijzige lijst, een hele oude lijst met ornamenten van gips.  Je voelt je heel verantwoordelijk natuurlijk, dus het is niet fijn als dit je overkomt.  Dan slaap je wel even slecht.”

Van welke kunst in het depot word jij vrolijk?

“De kunst die wij niet met kunstgeschiedenis hebben meegekregen vind ik juist leuk, de kleine en onbekende kunst. We hebben hier Afrikaanse prentjes, die kwam ik laatst tegen en ik vond ze zo schattig. Ze worden waarschijnlijk nooit uitgeleend en ze komen misschien nooit meer uit het depot. Er is niemand die ernaar omkijkt, maar als ik dan toevallig bezig ben met de registratie en ik dit tegenkom, dan denk ik: “och”. Zo ontdek je weer eens wat. Prachtig.”